Verweerder heeft onvoldoende zijn standpunt gemotiveerd dat eiser niet duidelijk heeft kunnen verklaren over zijn motieven voor en zijn proces van bekering tot het christendom. Nu verweerder blijkens het bestreden besluit, in lijn met zijn vaste gedragslijn, doorslaggevend gewicht heeft toegekend aan die verklaringen van eiser, volgt reeds daaruit dat verweerder zijn standpunt dat hij de bekering van eiser niet geloofwaardig acht, niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Nu verweerder de door eiser gestelde problemen als gevolg van zijn bekering primair ongeloofwaardig heeft geacht, omdat hij de bekering van eiser niet geloofwaardig acht, kan ook dat standpunt geen standhouden.