U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Promis vonnis. Vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste feit nu de rechtbank niet buiten gerede twijfel kan vaststellen dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van verdovende middelen in de bagage van zijn medeverdachte. Daarmee kan ook niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte opzet heeft gehad op de invoer van cocaïne, dan wel de voorbereiding en/of de bevordering daarvan.

De rechtbank heeft daartoe overwogen dat de ter terechtzitting uitgekeken camerabeelden onvoldoende aannemelijk maken dat sprake zou zijn van zogeheten ‘afhalersgedrag’. Voor de inhoud van de WhatsAppberichten tussen verdachte en medeverdachte is voldoende tekst en uitleg gegeven, waardoor naar het oordeel van de rechtbank niet geconcludeerd kan worden dat er in versluierd taalgebruik of codetaal gesproken zou zijn over drugs. Tot slot kent de rechtbank aan de – inconsistente - verklaringen van de medeverdachte die drugs met zich meevoerde niet die bewijswaarde toe die de officier van justitie daar aan toegekend wenst te zien. De rechtbank gelast tevens dat het onder verdachte in beslag genomen geldbedrag van 805 euro aan hem teruggeven moet worden en heft het bevel tot voorlopige hechtenis op.

Uitspraak



RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf

Locatie Haarlemmermeer

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/820585-16 (P)

Uitspraakdatum: 3 april 2017

Tegenspraak

Vonnis

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 maart 2017 in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te Paramaribo (Suriname),

thans gedetineerd in P.I. HvB Ter Apel.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. Y.M. Eising en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G.A. Jansen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1 Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ex artikel 313 van het wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:

Primair

hij op of omstreeks 19 september 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet , heeft gebracht, althans aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Subsidiair

hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode op van 1 augustus 2016 tot en met 19 september 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland en/of te Suriname,

tezamen en in vereniging met een ander of ander(en), althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet , te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende coca ïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,

immers, heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):

- medeverdachte [medeverdachte 1] benaderd en/of gevraagd om een koffer aan te leveren en/of (deze/een) deze koffer vanuit Suriname mee te nemen naar Nederland en/of op Schiphol een/deze koffer van de bagageband te nemen en/of met die koffer voorbij de douane te gaan en/of (de inhoud van) deze koffer in Nederland over te dragen en/of;

- ( telefonische)contacten met die [medeverdachte 1] en/of (een) andere medeverdacht(e)(n) onderhouden in het kader van [medeverdachte 1]s/haar reis en/of het transport en/of de invoer en/of overdracht van (de pakketten drugs in) [medeverdachte 1]s/haar koffer en/of;

- zich met een auto naar Schiphol begeven en aldaar enige/langere tijd gewacht om de bagage/koffer van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 1] zelf op te halen en/of;

- een roos gekocht en/of deze getoond en/of overhandigd aan [medeverdachte 1], en/of zich op Schiphol gedragen op een wijze die ertoe diende niet op te vallen (als drugsafhaler(s)), en/of (daarmee) medeverdachte [verdachte] (bewust) buiten beeld (trachten te) (ge)houden;

- de koerier/[medeverdachte 1] opgehaald en/of de/haar koffer(s)/bagage overgenomen en/of;

- vervolgens met die koffer/bagage de luchthaven Schiphol, althans Schiphol Plaza, verlaten.

2 Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3 Bewijs

3.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.

3.2.

Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw van verdachte heeft zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat verdachte van hetgeen hem onder het primair en subsidiair tenlastegelegde wordt verweten dient te worden vrijgesproken nu niet buiten gerede twijfel kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de bagage van medeverdachte [medeverdachte 1] en dus ook niet dat hij opzet heeft gehad op invoer van cocaïne, dan wel de voorbereiding en/of de bevordering daarvan.

3.3.

Vrijspraak Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.

De rechtbank overweegt daartoe als volgt.

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat verdachte zich met medeverdachte [medeverdachte 2] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de invoer van cocaïne door op maandag 19 september 2016 medeverdachte [medeverdachte 1], die blijkens een douanecontrole aan haar koffer een hoeveelheid cocaïne van Suriname naar Nederland met zich meevoerde, op te halen van de luchthaven Schiphol. Dit zou voornamelijk blijken uit de camerabeelden van het gedrag van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] dat ‘typerend is voor afhalers’, de eerste drie verklaringen van [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt dat de officier van justitie hier in ieder geval doelt op haar verklaringen van 20 en 29 september 2016) het feit dat verdachte twee foto’s van medeverdachte [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1] heeft gezonden en de WhatsApp-berichten tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] vlak voor aankomst van [medeverdachte 1], waarin naar de mening van de officier van justitie gebruik gemaakt wordt van zogenaamde codetaal. Voorts wijst de officier van justitie er op dat de WhatsApp applicatie van de telefoon van [medeverdachte 1] gewist is en dat zij heeft verklaard dat dat moest van verdachte.

Uit onder meer de verklaringen van verdachte en de camerabeelden van Schiphol blijkt inderdaad dat verdachte op die bewuste dag op Schiphol aanwezig was met medeverdachte [medeverdachte 2] om [medeverdachte 1] op te halen. Verdachte is naar eigen zeggen op verzoek van [medeverdachte 1] haar komen ophalen maar ontkent te hebben geweten dat [medeverdachte 1] drugs met zich meevoerde.

Op de camerabeelden, zoals die zijn gerelateerd in het dossier en bekeken ter terechtzitting, is onder meer te zien dat verdachte met medeverdachte [medeverdachte 2] aankomt op Schiphol, dat medeverdachte [medeverdachte 2] naar de bloemenwinkel gaat terwijl verdachte blijkens zijn verklaring ter zitting op dat moment het toilet bezoekt, dat zij koffie en iets te eten nuttigen en dat verdachte vervolgens langere tijd uit beeld is in verband met een, naar eigen zeggen, aanval van diarree/buikloop. Dat hier sprake zou zijn van bewust buiten beeld blijven en ‘typerend gedrag voor afhalers’, zoals door de officier van justitie gesteld, nog los van het feit dat het de rechtbank niet duidelijk is geworden wat met een dergelijk gedrag in dit verband bedoeld wordt, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk geworden. Dat verdachte last heeft gekregen van diarree wordt bevestigd door de inhoud van de WhatsApp-berichten die beide verdachten elkaar vervolgens sturen. Over de vorm en inhoud van hun WhatsApp-berichten hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] voldoende tekst en uitleg gegeven, waardoor naar het oordeel van de rechtbank niet geconcludeerd kan worden dat er in versluierd taalgebruik of codetaal gesproken zou zijn over drugs, zoals door de officier van justitie is gesteld.

De verklaringen van [medeverdachte 1] vormen naar het oordeel van de rechtbank evenmin het bewijs dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van cocaïne in de bagage van [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] is onder meer op 20 september 2016 en 29 september 2016 als verdachte gehoord. In deze verhoren heeft zij – kort gezegd – verklaard dat zij op 19 september 2016 op Schiphol zou worden opgehaald door haar ex-vriend, verdachte, en dat hij de eigenaar/ontvanger van de verdovende middelen is. [medeverdachte 1] durfde niet met anderen te praten over dit transport, omdat ze haar anders zouden vermoorden. Verdachte had gedreigd haar te vermoorden als zij zou praten en ze was ook met een pistool bedreigd. Die bedreigingen zouden hebben plaatsgevonden eind augustus/begin september 2016 in Suriname.

In haar verhoor van 14 november 2016 heeft [medeverdachte 1] zich op haar zwijgrecht beroepen.

Bij de behandeling van haar strafzaak op 23 januari 2017 heeft [medeverdachte 1] verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] niet wisten wat er in de door haar meegevoerde koffer zat en dat zij beiden niets te maken hebben met de invoer van de cocaïne. Het klopt echter wel dat verdachte haar zou komen ophalen op Schiphol. In haar getuigenverhoor bij de rechter-commissaris op 14 maart 2017 heeft [medeverdachte 1] zich op het haar toekomende verschoningsrecht beroepen. Zij heeft in dat verhoor wel verklaard dat haar ter terechtzitting van 23 januari 2017 afgelegde verklaring de waarheid is.

Gelet op bovenstaande inconsistenties in de verklaringen van [medeverdachte 1] en het door verdachte aangedragen alternatieve scenario, kan de rechtbank niet die bewijswaarde aan de verklaringen van [medeverdachte 1] toekennen die de officier van justitie daar aan toegekend wenst te zien. Dat betekent naar het oordeel van de rechtbank dat wettig en overtuigend bewijs dat verdachte wist dat [medeverdachte 1] drugs met zich meevoerde ontbreekt, zodat verdachte niet aangemerkt kan worden als afhaler van de door [medeverdachte 1] meegevoerde cocaïne. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van hetgeen hem primair en subsidiair ten laste is gelegd.

4. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een geldbedrag van € 805,-, dient te worden teruggegeven aan verdachte, aangezien dit geldbedrag verdachte toebehoort en hij van het hem ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

5 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte;

gelast de teruggave aan verdachte van:

- een geldbedrag van € 805,-.

Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum

Dit vonnis is gewezen door

mr. M.E. Francke, voorzitter,

mr. I.J.B. Corbeij en mr. E.M. van Poecke, rechters,

in tegenwoordigheid van de griffier D.L. Meyer,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2017.

Mr. Corbeij is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde wetgeving

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature