E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7600
LJN BK7600, Rechtbank 's-Gravenhage, AWB 09/254 en 09/255

Inhoudsindicatie:

Ingangsdatum duurzaam verblijfsrecht Unie burger

De artikelen 8.17 tot en met 8.20 van het Vb 2000 , noch de artikelen 16 tot en met 21 van de Richtlijn, scheppen naar het oordeel van de rechtbank de bevoegdheid tot het vaststellen van de ingangsdatum van het duurzaam verblijfsrecht door verweerder. De aan het verstrekken van het verblijfsdocument voorafgaande verificatie van de verblijfsduur door verweerder kan daarmee niet worden gelijkgesteld.

De stelling van eisers dat de bevoegdheid tot vaststelling van de ingangsdatum van het duurzaam verblijfsrecht voortvloeit uit het systeem van het gemeenschapsrecht, moet worden verworpen. Het Europees recht (de Richtlijn) dwingt de lidstaten niet een bevoegdheid aan een bestuursorgaan toe te kennen om besluiten tot het bindend vaststellen van de ingangsdatum van duurzaam verblijfsrecht te nemen.

Bij gebreke van een daartoe strekkende wettelijke bepaling is verweerder niet bevoegd de ingangsdatum van het duurzaam verblijfsrecht bindend vast te stellen.

In de gevallen waarin het voor het vaststellen van andere rechten en verplichtingen van een vreemdeling van belang is of hij voorafgaand aan de afgifte van het in artikel 8.19 Vb 2000 bedoelde verblijfsdocument over een duurzaam verblijfsrecht beschikte, zal dat duurzaam verblijfsrecht in het kader van de vaststelling van die andere rechten en plichten moeten worden bepaald. Gelet op het bepaalde in artikel 21 van de Richtlijn staan de vreemdeling daarbij alle in Nederland gebruikelijke bewijsmiddelen ter beschikking.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie